- klep
- {{klep}}{{/term}}I 〈de (mannelijk)〉1 [een keer kleppen] peal ⇒ toll♦voorbeelden:1 bij de eerste klep • on the first peal/tollII 〈de〉1 [klepper] rattle2 [deksel, sluitstuk] lid ⇒ 〈bijvoorbeeld pomp, machine〉 valve, 〈blaasinstrument〉 key3 [medicijnen, geneeskunde] valve4 [beweegbaar luik/schot] flap ⇒ 〈veerboot〉 ramp5 [overslaande sluiting] 〈jaszak, enveloppe enz.〉 flap ⇒ 〈broek〉 fly6 [deel van een hoofddeksel] bill ⇒ visor7 [informeel] [mond] trap8 [kletskous] chatterbox♦voorbeelden:2 de klep van een kan • the lid of a jugde kleppen van een motor afstellen • adjust the valves of an engine4 de klep van een mand/brievenbus • the flap of a basket/letterbox6 een groene klep tegen het licht • a green visor against the light7 hou je klep dicht! • shut up!, shut your trap!
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.